In 1858 voor het eerst opgetekend, in het levensverhaal dat ‘een ontslagen gevangene’ vertelde aan mr. C.J.N. Nieuwenhuis. Het komt hierin voor in de zin ‘een Tofelemones, die elken morgen met zijne snaar naar de school ging’ (‘een Roomse die elke morgen met zijn vrouw naar de kerk/ de vroegmis ging’). Vervolgens in 1916 door J.G.M. Moormann te Goor in Overijssel opgetekend uit de mond van twee paardenverkopers. Zij gebruikten toffelemône en toffelemoonsch niet alleen voor ‘katholiek’, maar ook (met betrekking tot paarden) voor ‘kromme, slechte knieën hebbend’ en voor ‘een paard dat doorgezakt is in de knieën’. ‘Zo’n paard’, lichtte Moormann toe, ‘maakt de indruk of het zo zal gaan knielen, zoals ook de katholieken bij het gebed doen.’
Ook aangetroffen als tofelemones, tofelmones, toofelmone, tovele moons, enzovoort. Via het Jiddische tofelemone (‘katholiek’), een samentrekking van tofel emmoene (‘bijgeloof’), ontleend aan het Hebreeuwse tafeel (‘zoutloos, flauw, slap, ijdel’) plus emoena (‘geloof’).
Als samenstelling is onder meer aangetroffen tofelemenesschool (in 1937, voor ‘roomse kerk’).
• Wat ben jij ’n flauwe, kinderachtige kerel; as ik je anzie dan begrijp ’k niet hoe ’k ooit nog gedocht heb, dat er nog es verandering voor je kon komme, maar zoo benne ze allemaal, die toffelemones benne; van jongs af an worde ze bedonderd door de kerk -- ’t blijve stommelinge. ¶ Job Steynen, Proletariërs (1903), p. 15
• De worst was niet goed, hadden ze gezegd. Die stonk. Ach, dacht hij, die tofelemonen, die goijen [niet-Joden]. Wat wisten die nou van worst! ¶ Jan Cremer, Ik, Jan Cremer (Tweede Boek) (1966), p. 265
• ‘Nou heb ik ondanks alles liever met tofelemonen te doen dan met gereformeerden. Tofelemonen zijn in ieder geval nog vlotte jongens, maar die gereformeerden lijken soms wel van de ratten gebeten.’ ¶ M. van Amerongen, De roerige wereld van Pistolen Paul (1968), p. 86. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.
Gepubliceerd op 11-02-2019
toffelemoon
betekenis & definitie