Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

tippelen 2

betekenis & definitie

(van een prostituee) haar diensten op straat aanbieden aan voorbijgangers

Omstreeks 1900 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke omschrijft tippelen als ‘op de baan loopen, gezegd van meiden’. Als voorbeeldzin geeft hij: ‘Op de schippers tippelen’ en als samenstelling tippelsjikse (‘rondzwervende vrouw’).

• Nee, dat hebben ze nodig/ Dat tippelen, dat is nodig/ Want de meesten hunner zijn gehuld/ Tot over d’oren in de schuld. ¶ Eduard Jacobs, ‘O! Wat hebben ze ’t nodig’ (ca. 1900), in: Breek ze de nek, die oude heren! (1995), p. 94
• Lange Kees, die met Mina was, voor ie #geschut [gevangen] werd, had ’t heel wat beter. Zij wist, als ze tippelde, d’r wel muntjes en #bankies voor ’m uit te kloppen. ¶ Justus van Maurik, Toen ik nog jong was (1901), p. 297. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• ‘Mijnheer, ik wens aangifte tegen mijn man te doen wegens souteneurschap. Ik heb ongeveer vijf jaar voor hem getippeld en daar heb ik nu genoeg van.’ ¶ K. Groen, Dode getuigen (1952), p. 158

< >