gevangenis
In 1613 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. ‘Oorspronkelijk: tuchthuis waar de gevangenen moesten spinnen, tuchthuis voor vrouwen; later in gemeenzame taal voor gevangenis. In afnemend gebruik’, aldus het Woordenboek der Nederlandsche Taal in 1934. Toch wordt het af en toe nog gebruikt, voor ‘gevangenis in het algemeen’. Een ‘gevangene’ werd ook wel een spinhuisklant of een spinhuisboef genoemd.
• Op kinderverkrachting staat in Nederland een jaar of twee, maar als ik m’n buurman van m’n balkon af gooi omdat ik hem met m’n wijf in bed heb gevonden, ga ik voor vijftien jaar het spinhuis in. ¶ M. van Amerongen, De roerige wereld van Pistolen Paul (1968), p. 101. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.