(±1934, uit het Engels) bepaald katteras
De siamees is een zeer markante, kortharige kat. Hij is slank gebouwd, met een vrij spitse snuit, een lichte vacht en donker contrasterende snoet, oren, poten en staart (de zogenaamde points). Siamezen worden ingedeeld op grond van de kleur en de tekening van hun points. Van nature zijn siamezen vaak scheel en hebben ze een knik in de staart. Sommige 'kenners' menen dat deze eigenschappen moeten worden beschouwd als gebreken, die door gericht fokken moeten worden geëlimineerd. Het verhaal gaat dat deze kat in zijn oosterse land van herkomst een kostbare heilige vaas moest bewaken. Hij vouwde zijn staart er stijf omheen en keek er zo waakzaam en strak naar dat hij er scheel van werd.
De naam siamees of Siamese kat wijst erop dat dit ras afkomstig is uit Siam, dat we tegenwoordig kennen als Thailand. Deze forse staat - niet veel kleiner dan Frankrijk - ligt in Zuidoost-Azië, tussen Myanmar (Birma) in het noordwesten en Laos en Cambodja in het oosten. De doorgaans zeer goed ingelichte Encyclopaedia Britannica houdt echter stug vol dat over de afkomst van de siamees niets bekend is en dat er geen oosters katteras bestaat waarvan hij zou kunnen afstammen. Wright en Walters (1980) komen met een heel ander verhaal. Volgens hen worden in de staatsbibliotheek in de Thaise hoofdstad Bangkok geïllustreerde manuscripten bewaard van vóór 1767 waarin onmiskenbaar Siamese katten zijn beschreven en afgebeeld. Het 70 kilometer ten noorden van Bangkok gelegen Ayutthaya was toen nog de hoofdstad van Siam. Er zijn aanwijzingen dat de 'siamezen' daar in hofkringen hoog aangeschreven stonden.
De daaropvolgende historische vermelding van de siamees dateert van 1793, toen drie van zulke katten werden gesignaleerd in... Rusland. Dit verrassende bericht stamt uit zeer betrouwbare bron, namelijk van de begaafde natuurvorser Peter Simon Pallas (1741-18n). Hierna werd het in het Westen weer stil rond de siamees, tot het jaar 1871, toen op een kattententoonstelling in Londen een Siamese cat werd getoond - en voor het eerst zo genoemd. Wij kunnen ons nu moeilijk meer voorstellen wat een schok de verschijning van deze hoogst ongewone kat toen teweegbracht. Het arme dier werd uitgemaakt voor een 'onnatuurlijke griezel van een kat' en een 'mopshond met een zwarte snuit'.
Later kwamen er berichten over Siamese katten die rechtstreeks uit Thailand in Europa waren ingevoerd. Er lijkt dan ook weinig twijfel meer mogelijk: de siamees komt uit Siam. Engels Siamese (cat) (1871); Duits Siamkatze; Frans siamois (eind 19de eeuw).
Vergelijk abessijn, kartuizer
Een Siamese tweeling is een eeneiige tweeling die lichamelijk één geheel vormt. Deze vergroeiing kan zeer uiteenlopende vormen aannemen. Soms hebben zulke tweelingen één of meer organen gemeenschappelijk, in andere gevallen worden ze slechts door een huidplooi verbonden. Sterke vergroeiing verkleint de levensvatbaarheid, in lichte gevallen kunnen de tweelingen operatief worden gescheiden. Het is een verschijnsel dat overal ter wereld voorkomt, niet speciaal in Zuidoost-Azië. De benaming gaat terug op een beroemde tweeling uit de 19de eeuw, de in Siam (Thailand) uit Chinese ouders geboren broers Eng en Chang (1811-1874). Zij werden omstreeks 1829 door twee Amerikanen in de Siamese havenplaats Meklon (tegenwoordig Samut Songkhram, ten zuidwesten van Bangkok) van hun moeder gekocht en meegenomen naar Amerika. Na als internationale kermisattractie de kost te hebben verdiend, vestigden zij zich in de Amerikaanse staat North Carolina, waar zij met twee zusters trouwden en nakomelingen kregen.
Naar analogie van deze ernstige lichamelijke afwijking wordt bij feestelijke gelegenheden wel aan Siamees zaklopen gedaan: twee personen in één zak. Ook mensen die slechts in figuurlijke zin onafscheidelijk zijn, worden soms Siamese tweelingen genoemd.
SIAMEES: J. Kooy Ency. voor iedereen (±1934) 689 (Katachtigen); Ency. Brit.IS 15 (1993) 561 (Cat); M. Wright & S. Walters The book of the cat (London 1980) 86-89; OED (19932).