Schrapnel is in de eerste helft van deze eeuw in Gent gehoord voor 'borrel'. Een schrapnel is eigenlijk een langwerpig hol projectiel dat een springlading en kogels bevat. Het is genoemd naar de uitvinder ervan, de Engelse artillerieofficier Henry Shrapnel (1761-1842). De Engelsen gebruikten deze zogeheten granaatkartets in 1804 voor het eerst, in Suriname, waar zij toen tegen de Hollanders vochten.
Pas na de Eerste Wereldoorlog raakte dit explosief in onbruik. De overgang van projectiel naar borrel is duidelijk: men dacht dat ook het borreltje zou inslaan als een bom. Het Amerikaans-Engels kent de uitdrukking bombed 'gebombardeerd' voor iemand die hem goed om heeft. In dezelfde sfeer liggen ammunition en shot; die laatste term voor 'glaasje sterke drank' is al in 1676 opgetekend. Het Duitse Bombe wordt voor- zover bekend in alcoholisch verband alleen toegepast op (een fles) bier. In het Frans heette een kwart liter wijn vroeger wel een bombe.