(1567, uit het Frans) vleeskleurige roos
De provincieroos is genoemd naar het Franse plaatsje Provins. Dit ligt in het departement Seine-et-Marne, ten oosten van Parijs, zo'n vijftig kilometer van Melun. Volgens de overlevering bracht de kruisvaarder Robert van Brie de vleeskleurige roos uit Damascus mee naar zijn woonplaats. De oude wetenschappelijke naam luidt Rosa damascena, de huidige Rosa gallica, ofwel 'Franse roos'.
In Provins werd de roos op grote schaal gekweekt. Nederlanders introduceerden de bloem aan het eind van de 16de eeuw in Engeland. Van het sap van de bottels werd een geneeskrachtige siroop gemaakt, die werd voorgeschreven tegen galkwalen. Ook werden er levensmiddelen van gemaakt, provincieroosconserven, die Cats inspireerden tot de dichtregels: 'Bereyd, wanneer het dient, provincy-roos-conserven/ En ander druyve-moes, dat niet en kan bederven'.
Begrijpelijk genoeg wordt de provincieroos vaak verward met de provenceroos (wetenschappelijke naam Rosa centifolia). Deze werd in de 16de eeuw in de Kaukasus gekweekt en lijkt veel op de provincieroos. Specialistische naslagwerken benadrukken echter dat het om twee verschillende soorten gaat. De provincieroos werd veel gebruikt om te kruisen.
Engels Provins rose, Provence rose (1578); Frans rose de Provins.
Bescherelle Dkt nationol franç. (18522) 101 1; WNT Xll2 ( 1949) 4566-4567; Ned. Larousse ency. 19 (1977) 557; OED (19932).