Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

piepen

betekenis & definitie

slapen

In deze betekenis in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke vermeldt als betekenissen ‘slapen, maar ook wegsluipen, vluchten, lichten, enz.’. Als voorbeeldzinnen geeft hij onder meer: ‘Hij schijnt hem gepiept te zijn’, ‘Ik piep hem hoor!’ (‘ik maak me uit de voeten’) en ‘Het is gepiept’ (‘het is gebeurd’) -- nu allemaal zeer gangbare en zelfs enigszins ‘brave’ uitdrukkingen, maar indertijd kennelijk nog als Bargoens beschouwd.

• Voorzichtig als gare rotten, vroegen me ’t naadje van de kous: hoe of de sluiting was aan de deur? en of er een tuimelraam was? en de dikte van de winkelruit? en hoeveel man d’r in huis piepten? ¶ Jan Feith, Het verhaal van den dief (1909), p. 142

< >