Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

meesleepregeling

betekenis & definitie

Wetgeving is vaak goed voor nieuwe woorden, en dat geldt met name voor belastingwetten. In september 1999 debuteerde het boxenstelsel, het door staatssecretaris Willem Vermeend uitgedokterde stelsel waarin verschillende inkomsten worden belast tegen verschillende tarieven in (tarief)boxen. Al in november 1999 voorspelde het Financieele Dagblad: ‘Nieuwe begrippen gaan ontstaan, zoals boxen, boxhopping en meesleepregeling.’

Boxhopping heeft het niet gehaald, maar boxhoppen en meesleepregeling wel. Ze ontstonden eind 1999 en braken in 2000 door. Op 21 januari 2000 schreef Het Financieele Dagblad:

Gegeven het verschil in effectieve lastendruk tussen de boxen wordt het boxhoppen een profijtelijke, en daarom ook populaire, tak van sport. De regels zijn eenvoudig te doorgronden. Hoge vermogensrendementen moeten zoveel mogelijk worden gedropt in de box met de laagste belastingdruk. Meestal is dat box 3. Daarin wordt een rendement, fictief vastgesteld op netto 4 procent, belast tegen 30 procent. Het ondernemingsvermogen valt daarentegen onder box 1, waarin het werkelijk genoten inkomen wordt belast tegen een tot 52 procent oplopend tarief.

De meesleepregeling is ongeveer even interessant. Deze regeling treft ondernemers die een bedrijfspand verhuren aan hun eigen bedrijf en ondernemers die van familieleden een pand huren. De benaming meesleepregeling lijkt het inmiddels af te leggen tegen meetrekregeling (dat als nadeel heeft dat het kan worden gelezen als meet-rek-regeling). In plaats van boxhoppen spreekt men ook wel van boxtoerisme en boxdrainage.

Vergelijk combinatiekorting en verzamelinkomen.

< >