Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

majem

betekenis & definitie

water; gracht; drank

In 1769 voor het eerst opgenomen in een lijst ‘Van de zogenaamde Bourgondische dieventaal, alsmede van de Smouse, Dieve en Landlopers Taal’. Het komt hierin voor in de vorm mijem, voor ‘water’. Vervolgens, in 1858, als majem.Ook aangetroffen als majum, maajem en een enkele keer als wajem. Van het Hebreeuwse majim, dat ‘water’ betekent. Soms wordt majem ook gebruikt voor ‘drank’; voor ‘regenen’ is majemen aangetroffen.

In een straatlied getiteld ‘Loterijclub De Vergulde Niet’, opgetekend in 1933, komen de volgende regels voor:

En toen ging de Janplezier,
Ieder goed boven zijn bier,
Reed toen met ’t heele husje zoo kedin [fijn]
Van de sluis meteen het majum in.
En toen dreef de heele vracht
Vloekend in de Prinsegracht,
Nat van binnen en van buiten kwam de stoet ontdaan
Zwaaiend in Dirk zijn kroegie aan.

• Hij wou zélf een pad kiezen, al liep het regelrecht naar het majem of den dood. ¶ Is. Querido, Van Nes en Zeedijk (1915), p. 278. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• Gooi ’m maar weer in de maajem en zeg maar: ajuus, tot ’t volgend jaar. Dan hèt-i vast de maat! En dan vang je ’m wéér. ¶ Frans Hulleman, ‘De Jordaan-jurist’, in: Nederland jrg. 77 (1925), p. 972
• ‘Ik heb wat menschen uit ’t water gehaald, da’s alles. Voor ’n hond of ’n kat bin ik wel in ’t majum gespronge.’ ¶ Johan Elsensohn, Arie (1930), p. 4

< >