politieagent
In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke.
• Nel kende de hardvochtige, wreede onverschilligheid voor een ‘vreempie’, een wijk-insluiper, een jajemer en kitteloorigen drinkebroer die misschien zelf een stiekem krautertje bleek. ¶ Is. Querido, Van Nes en Zeedijk (1915), p. 263. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• ‘’t Zijn rot-krauters, die altijd mot zoeken. Nou, en toen trok de Hufter z’n gummilat, en vóór ie “pap” kon zeggen, kon ie belletjes blazen in de Ouwezijds, met z’n lat nog in z’n jatten.’ ¶ Piet Bakker, Kidnap (1952), p. 57. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.