Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

klavier

betekenis & definitie

hand

Omstreeks 1890 opgenomen in een Amsterdamse woordenlijst, opgesteld door A.C. de Graaf, in de uitdrukking blijf er met je klavieren af. In 1904 voor het eerst aangetroffen in een literaire tekst. In 1948 schreef Jo Daan, in Hij zeit wat! Grepen uit de Amsterdamse volkstaal (p. 49):

Een flinke Amsterdammer heeft sterke knuisten, een vechtende schooljongen hoort wel eens van een boze onderwijzer dat hij zijn vlerken moet thuishouden, maar jatten, fikken en klavieren zijn meer tot de volkstaal beperkt, evenals tengels voor vingers, grijpstuivers voor lange vingers, kuierlatten voor benen en pens voor buik.

• ‘Late ze maar ’ris kijke na ’t Leger [des Heils] die doen wat, die steke d’r klaviere uit.’ ¶ Justus van Maurik, Spookhuizen te Amsterdam (1904), p. 68
• Zorgvuldig sloot hij de deur achter me, en gaf me z’n reuzenhand, zoodat ik weer bij me zelf dacht: ‘die heeft me wat in z’n klavieren!’ ¶ Jan Feith, Op het dievenpad (1907), p. 66
• Nou, dèt Piet se klefiere niet thuys hout... ’t is gemein. ¶ Is. Querido, De Jordaan dl 1 (1912), p. 196

< >