Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

hip, hippie

betekenis & definitie

avontuurtje; prostituee

In deze betekenissen in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft als voorbeeldzinnen: ‘Dat niese loopt op een hip’ en ‘Ze kan hippies bij de vleet krijgen’. Hip in de betekenis ‘modieus’ en hippie voor ‘persoon die zich door zijn non-conformistisch gedrag en vredelievende levenswijze afzet tegen de heersende maatschappelijke opvattingen’ dateren van de jaren zestig.

• Nadrukkelijk vooruitdringende ‘hippies’ [...] worden schertsend geduwd en geknepen en reageeren slagvaardig op weinig kiesche uitroepen. ¶ A.M. de Jong, Amsterdam bij nacht (1921), p. 18
• Ik ken twéé meiden, daar heb ’k mee afgesproken. Ga mee, dan gaan we na’ de comedie. Nou goed, zeit Dorus. Hij zat dien avond in den Schouwburg, ze brachten na afloop die hippies naar huis. ¶ M.J. Brusse, De lotgevallen van d’n ouweheer Dorus (1926), p. 81
• Geen fatsoenlijke vrouw kan zich daar dan nog, zelfs niet onder geleide, vertoonen, wil zij niet in opspraak komen, en de heeren die men er dan nog vindt, zijn meestal boemelaars en losbollen, die opzoek zijn naar een ‘hippie’ of een of ander avontuurtje willen beleven, want daarvoor bestaat hier kans te over. ‘Hippies’ zijn er hier bij heele troepjes; inlandsche vrouwen, meestal gekleed in een allerbespottelijkst kort jurkje, dat ‘Europeesch’ moet verbeelden. ¶ J. v. d. Heijden, Batavia bij nacht (1940), pp. 6-7

< >