In deze betekenis in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. ‘Fietsen stelen’ werd wel dravertjes pezen genoemd. Op 12 december 1919 schreef J. Wolthuis in het Algemeen Handelsblad:
Bij deze heeren [de jongens van de vlakte] was het rijwiel al spoedig populair: een gewild artikel om ‘te #slaan’ (stelen) en tevens om er snel mee de plaat te poetsen. Dus was de snelheid van zoo’n dravertje (ook Bargoensch, maar minder in de gunst) van hoog belang.
• En a-je dan ’n drafertje heb, breng je se op. ¶ Is. Querido, Manus Peet (1922), p. 122. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
Gepubliceerd op 11-02-2019
dravertje
betekenis & definitie