Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

brommen

betekenis & definitie

gevangen zitten

In deze betekenis in 1839 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst, maar waarschijnlijk al ouder. In 1856 door T.H. Buser in het Nieuw Nederlandsch Taalmagazijn (p. 123) nog aangemerkt als een typisch Overijssels woord, maar in die periode al in diverse dialecten opgetekend, vooral in het noorden en noordoosten van Nederland. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal brengt het in verband met brommen in de betekenis ‘berispen’ (op iemand brommen). ‘Wellicht uit het Bargoensch afkomstig’, aldus dit wetenschappelijke woordenboek, dat hier nog aan toevoegt: ‘Dacht men hierbij soms aan een gevangen beer (misschien in woordspeling met beer, ‘schuld’)?’

• Maar de diender zeit teugen ’em: jonge, zeit ie, ga jij reis effen mee. Zoo gezeid, zoo gedaan; daar holp geen lievemoederen an; hij most en hij zou mee. […] Maar toen ie vijf dagen had zitten brommen... ¶ Nicolaas Beets, Camera Obscura (1839, heruitgave 1998), p. 214
• Toen ie na die drie jaartjes bromme dan weer in Rotterdam kwam, zocht ie netuurlijk ’t eerst na ze moeder, en die von ie in de armoeiïgste en ellendigste toestand. ¶ M.J. Brusse, Snok en Sam (1911, tekst uit 1903), p. 63
• Een oudachtig klein heertje kwam, nadat hij zes jaar voor zakkenrollerij had moeten brommen, aan ’t Hoofdbureau zijn kas halen. ¶ C. Batelt, Duister Amsterdam (1911), p. 98

< >