politieagent
Omstreeks 1890 opgenomen in een Amsterdamse woordenlijst, opgesteld door A.C. de Graaf, in de verkleinvorm boudje. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Waarschijnlijk gaat het hier om een verkorting van koperen bout. Zie verder aldaar.
• ‘Kijk ze daar doppe!’, lachte de schoenlooze vischjongen. ‘D’r is ’n bout bij!’, merkte zijn kameraad op. ¶ Justus van Maurik, Toen ik nog jong was (1901), p. 151. De schrijver verklaart de betekenis (‘diender’) in een voetnoot.
• ‘Pas op!’ waarschuwde Ken, duikend voor een bout. ¶ Willem van Iependaal, Kluivenduikers doedeldans (1934), p. 125
koperen bout