Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Bols

betekenis & definitie

Halverwege deze eeuw was jenever van de Erven Lucas Bols in Nederland en Vlaanderen zo populair, dat bols als soortnaam werd gebruikt.

Zo vertelde de bekende jeneverproducent Piet Bokma ooit in een vraaggesprek: Na de oorlog kwamen er veel mensen uit Indië terug. Ik zat eens in Den Haag met mijn vader op een terrasje toen we een van de repatrianten 'een bolsje van Bokma' hoorden bestellen. Kennelijk was de eerste naam een soortnaam geworden. Een voormalige slijter meldde dat hem regelmatig was gevraagd naar 'een fles bols van Hartevelt' - de naam van een concurrerende distillateur. In de literatuur zijn woorden als bolsridders voor 'zuipschuiten' en ontbolsteren voor 'ontnuchteren' te vinden.

De geschiedenis van de firma Erven Lucas Bols is een stuk minder duidelijk dan het bedrijf graag doet voorkomen. Zo staat op tal van plaatsen dat het bedrijf in 1575 door Lucas Bols is opgericht. Maar in historische bronnen wordt Bols pas in 1634 voor het eerst genoemd. Het gaat dan bovendien om Pieter Jacobs- zoon Bols, van Lucas is geen sprake. Pas in de tweede helft van de 18de eeuw werd het bedrijf door een Lucas Bols geleid, een man die op menig etiket wordt afgebeeld met een kalotje, een sikje en een Spaanse kraag. Hoe hij er in het echt uitzag, is niet bekend: het portret is pas veel later gemaakt en berust op fantasie. De directie van Bols had indertijd een voorkeur voor die Spaanse kraag, die toen in Nederland helemaal niet werd gedragen.

Bols maakte aanvankelijk likeuren. Jenever werd pas aan het eind van de 18de eeuw in het assortiment opgenomen. Eerder distantieerde Bols zich juist van deze volksdrank. De jenever van Bols is in vele liedjes en gedichten bezongen. In Nederlands-Indië - waar men overigens van bolles sprak - zon- gen de soldaten: Orang tjina maken bami, goreng djawa maken bras orang blanda maken roti, minoem bolles banjak bras. Dit is: Chinezen eten bami Javanen eten nasi Hollanders eten brood en drinken heel veel bols. En in het bekende Jeneverlied klinkt het: En als wij naar de hemel gaan Jenevertje, jenevertje En als wij naar de hemel gaan, jenevertje gaat mee O, heerlijke dromen van Lucas Bols en zonen O, heerlijke dromen van bier en brandewijn.

De Rotterdamse dichter Willem van Iependaal, tot slot, vereeuwigde Bols in 1937 in een gedicht getiteld De remplaçant: Nu ligt de dolverliefde man, Die Loesje niet kon velen, Des nachts in godverlatenheid De buik... van Bols te strelen. In Noord-Brabant is onlangs nog de vorm bolske opgetekend

< >