Het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de EU is erop gericht de mobiliteit te vergroten, de ergste hindernissen op de belangrijkste gebieden uit de weg te ruimen en groei en werkgelegenheid te stimuleren. De artikelen 90 tot en met 100 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geven de rechtsgronden voor het vervoersbeleid van de EU.
Tegelijkertijd is het doel om Europa’s afhankelijkheid van geïmporteerde olie drastisch te verlagen en uitstoot van de vervoerssector tegen 2050 met 60 % te verminderen.
Tegen 2050 zijn de belangrijkste doelstellingen:
• geen voertuigen op klassieke brandstoffen in de steden;
• 40 % gebruik van koolstofarme brandstoffen in de luchtvaart;
• ten minste 40 % daling van scheepvaartemissies;
• een verschuiving van 50 % van intercityreizigers op middellange afstanden en goederentrajecten van de weg naar het spoor en vervoer over het water.
Dit moet tegen het midden van de eeuw allemaal bijdragen aan een daling van 60 % van vervoersemissies.
Andere onderwerpen die onder het vervoersbeleid vallen zijn onder andere planning van de infrastructuur, toepassingen van de informatietechnologie, veiligheid en beveiliging, passagiersrechten en internationale samenwerking (veiligheid, beveiliging en het vaststellen van milieunormen bij internationale organisaties).
Zie ook
• Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen
• Website van de Europese Commissie over mobiliteit en vervoer
