Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

vrouwelijkheid

betekenis & definitie

Vrouwelijk geslachtsorgaan. In deze betekenis reeds in de zestiende eeuw. Vgl. het Engelse ‘feminine gender’ en het tegenovergestelde: mannelijkheid*.

Kon niet vermijden om een blik op haar vrouwelijkheid te werpen...

Ben Borgart: De vuilnisroos. 1972

‘Hij likte tot binnenin mijn...’ ze zocht koortsig naar een passende benaming, ‘mijn, nou ja... mijn vrouwelijkheid.’

Robert Long & Cees van der Pluym: Hete klippen. 1991

Na die act stopt ze (jawel) een pingpongbal in haar vrouwelijkheid die er dan weer uitvalt.

Nieuwe Revu, 20-07-94

Op het moment, na een minuut of acht, dat het met aandacht geboetseerde vrouwspersoon in haar niksie, schuddend als een sidderaal, haar ultieme vrouwelijkheid tegen Pauls neus aandrukt. Penthouse, november 1994

< >