Neutrale benaming voor de hoerenbuurt; de prostitutiewijk; de rosse buurt van een stad. Ook wel: rooie-lampjesbuurt; rooie-lantaarndistrict (bij Endt); warme” buurt. Bolhuis vermeldt ‘rode lamp’ in de betekenis van: meidenhuis, bordeel. Hij signaleert ook de uitdrukking ‘bij de rode lamp zitten’: prostitutie uitoefenen.
Ze heeft nooit in de Amsterdamse society mee willen doen, gaf niets om mooie kleren en werkte met de dominee die haar getrouwd had in de rooielichtjesbuurt.
De Groene Amsterdammer, 11-08-99
Aan het woord is wallenmanager F. Salm, een functionaris van de Amsterdamse gemeente die nog iets moois tracht te maken van het plaatselijke rodelichtjesdistrict.
Vrij Nederland, 23-10-99
