Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

reutel, op de reutel

betekenis & definitie

Op de pof, op afbetaling. Er zijn diverse verklaringen geopperd voor deze uitdrukking. Endt (1974) denkt aan een mogelijk verband met stotteren (in termijnen afbetalen), via AN reutelen (rochelen, ademhalen). Reutel is echter een gewestelijk woord dat o.a. ‘gepraat, gebabbel’ betekent. De achterliggende gedachte zou dan ook kunnen zijn: met een mooi praatje iets bekomen.

Deze stelling wordt verdedigd door Molema. Verder is reutel ook een gewestelijk en Bargoens woord voor kerfstok. Het WNT citeert het ‘Woordenboek der Zeeuwse Dialecten’ (1967) van Ghijsen: ‘Reutels waren nog in eerste kwart twintigste eeuw o.m. te Vlissingen in gebruik in ouderwetse kroegjes en winkeltjes, waar het vissersvolk klant was. De reutels hingen in een bos aan toonbank of schenkkast, elk voorzien v. d. naam v. e. klant + het bedrag van zijn schuld.’

Ant had weer wat op den reutel gekregen nou ze zagen, dat Kees aan ’t werk was.

I. Querido: Menschenwee. 1903

...dat hij een borrel kan pakken op de reutel.

Jan Mens: De Gouden Reaal. 1940

< >