tijdens een ondervraging medeplichtigen verklikken; feiten bekennen. Oorspronkelijk een Bargoense term. Koster Henke omschrijft de uitdrukking ‘doorslaan op een ander’ als volgt: ‘alle schuld op een ander werpen. Lammetje had een hekel aan een jongen die doorgeslagen had.’ Een synoniem is zingen*.
Hij had zich voorbereid op slaag en martelingen. Uitgetrokken nagels, onderdompeling in een vol bad, tandartsenboor op de zenuw. Hij was zeker dat niemand en niets hem ertoe zou brengen om ‘door te slaan’.
Leonard Huizinga: Bezeten wereld. 1970
Op dat ogenblik besloot hij te zwijgen. ‘Hun enige doel was om daar, op dat bed, nog honderd mensen te kunnen folteren, als ik zou doorslaan,’ zegt hij.
Trouw, 13-09-99