Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

alleengaande

betekenis & definitie

Vrijgezel; ongehuwde persoon. Vrijgezel is een wat stoffig woord. Bovendien slaat het slechts op mannen. ‘Alleenstaande’ moest in de tweede helft van de twintigste eeuw ‘vrijgezel’ en ‘ongehuwde’ vervangen. Wellicht vond men deze termen toen te stigmatiserend. Toch werd ‘alleenstaande’ niet altijd gebruikt in de zin van ‘ongehuwde persoon’ of ‘iemand die er alleen voor staat’.

Vóór 1950 las je slechts over ‘alleenstaande bomen, huizen of meubels’. De nieuwe betekenis (met betrekking tot personen) werd dan ook pas in 19 50 in Van Dale vermeld. Aanvankelijk dook ‘alleenstaande’ vooral op in overheidsstukken. In 1956 publiceerde een zekere W.C. Blomberg bijvoorbeeld het rapport ‘Woontoestand en woonwensen van 3 009 alleenstaande vrouwen in Amsterdam’. Tegenwoordig wordt ook ‘alleenstaande’ als stigmatiserend ervaren. Het woord straalt volgens sommigen zieligheid uit. Het wordt geassocieerd met eenzaam en verlaten. ‘Alleengaande’ klinkt momenteel veel positiever en dynamischer. De betrokkene is dan wel alleen maar hij heeft het helemaal naar zijn zin. Dit eufemisme werd voor het eerst gesignaleerd in 1984 en lijkt eveneens een voedingsbodem te hebben in ambtelijke kringen. Het dook vermoedelijk voor het eerst op in de titel van het rapport ‘De positie van oudere werkloze “alleengaande” Turken en Marokkanen’. Na de alleengaande Turken en Marokkanen kwamen de alleengaande autochtonen. Daarmee was de opmars van de alleengaande begonnen. Nog vlotter en moderner is het eufemisme single*.

In contactadvertenties wordt elk woord waaruit kan blijken dat de alleengaande eenzaam is vermeden want dat stoot mensen af. Volgens Van Rooijen maakt een blad gericht op alleengaanden nog steeds veel kans, maar dan wel onder een ‘alibi-verpakking’. ‘Partner’ is een goede titel, daar kun je veel over relaties en zo in kwijt.

Nieuwe Revu, 08-09-99

Buch lijkt nu een nieuwe doelgroep gevonden te hebben: de alleengaanden en contactzoekenden. Nieuwe Revu, 3 0-08-2000

< >