Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

Gepubliceerd op 24-04-2024

misdaad

betekenis & definitie

misdaad zn. 'wandaad'
categorie: geleed woord

Onl. misdāt in in misdadi mina fan thi ne sint beholona 'en mijn misdaden zijn voor U niet verborgen' [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. misdaet in die missetat salt duo en vergeuen 'die wandaad moet je hem vergeven' [1201-25; VMNW], ook 'boete', zoals in so sal hi wesen in demesdaet uan sestich ponden 'dan zal hij een boete schuldig zijn van zestig pond' [1237; VMNW].

Gevormd met het voorvoegsel mis- 'slecht, verkeerd' bij daad.

Os. misdād (mnd. misdāt); ohd. missitāt (nhd. Missetat); ofri. misdēde (nfri. misdied); oe. misdǣd (ne. misdeed); got. missadeþs; alle 'wandaad, misstap'; < pgm. *missadēdi-.

< >