Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

Gepubliceerd op 24-04-2024

mattheuseffect

betekenis & definitie

mattheuseffect zn. (BN) 'het verschijnsel dat rijken ergens meer van profiteren dan armen'
categorie: geleed woord, geleerde schepping, bedenker bekend, alleen in België of Nederland

Nnl. Het Matteüseffect: over scheeftrekkingen in de verdeling van de collectieve voorzieningen [1975; Deleeck], dat ... degenen die al een goed inkomen hebben, het meest zullen profiteren van de door de overheid tot stand gebrachte voorzieningen. Hij noemt dat het Mattheus-effect, verwijzend naar de tekst: 'Wie heeft, hem zal gegeven worden' [1995; NRC], Dit veroorzaakt een 'Mattheus'-effect: wie vermogen heeft, wordt snel rijker door onbelaste vermogensaangroei, wie zonder vermogen is raakt aan de fiscus kwijt wat hij erbij verdient [1998; NRC].

Een vooral in het BN bekende term, in de algemene taal bekend geraakt onder invloed van het werk van de Belgische hoogleraar Herman Deleeck (1928-2002) met betrekking tot de ongelijke verdeling van sociale voorzieningen in een welvaartsstaat: hogere klassen kennen daar beter de toegang toe en profiteren er meer van dan de lagere klassen voor wie ze nochtans allereerst bedoeld zijn. Deleeck werd geïnspireerd door de volgende bijbelpassage uit Mattheus 13:12: Want wie heeft zal nog meer krijgen, ...; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen. Zo ook in Mattheus 25:29: Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. Geheel onbekend was het Mattheuseffect toen niet: een soortgelijk effect werd in het Engels al eerder Matthew effect genoemd: het wetenschappelijk werk van wetenschappers die een hoge reputatie hebben, wordt in het algemeen beter erkend en gewaardeerd dan dat van onbekende wetenschappers (Merton 1968). In de huidige betekenis in de sociologie en de bestuurskunde is de term echter inderdaad aan Deleeck te danken. Ook in het Engels is hij in die betekenis pas jonger [1985; OED3].
De term wordt inmiddels ook op andere gebieden gebruikt, bijv. in het leesonderwijs voor de groeiende kloof tussen zwakke en goede lezers en in de economie (zie citaat uit 1998).

Literatuur: R.K. Merton (1968), 'The Matthew Effect in Science', in: Science 159, 56-63; H. Deleeck (1975), 'Het Matteüseffect: over scheeftrekkingen in de verdeling van de collectieve voorzieningen', in: De Gids op Maatschappelijk Gebied 11, 711-741; H. Deleeck e.a. (1983), Het Matteüseffect: de ongelijke verdeling van de sociale overheidsuitgaven in België, Antwerpen

< >