hetzij vgw. dat een tegenstelling tussen twee of meer mogelijkheden aangeeft
categorie: geleed woord
Mnl. si het ene waruen ter mand. si het me of min 'hetzij een keer per maand, hetzij wat meer of minder (vaak)' [1236; CG I, 22], het se te water het se te lande 'hetzij op het water, hetzij op het land' [1282; CG I, 494].
Ontstaan uit de constructie het zij, mnl. het si of si het, die bestaat uit het persoonlijk voornaamwoord het en de aanvoegende wijs tegenwoordige tijd van zijn 1 in de betekenis 'gebeuren, plaatsvinden'.
Even oud als het si zijn de synonieme varianten si het, het ware en ware het, waarbij ware de verleden tijd van de aanvoegende wijs is. Deze constructies, vooral zij het en in mindere mate ware het, worden ook nu nog wel gebruikt om een tegenstelling in te luiden. Ze bevatten voor het taalgevoel nog steeds een werkwoord en zijn niet meer synoniem met het versteende hetzij; wel met het zij zoals in het zij zo. Vergelijkbaar met hetzij is het voegwoord tenzij.
Gepubliceerd op 24-04-2024
hetzij
betekenis & definitie