contribueren ww. 'bijdragen'
categorie: leenwoord
Mnl. contribueren [1454; MNHWS]; vnnl. contribueren [1517; WNT transport].
Ontleend aan Frans contribuer [begin 14e eeuw] < Latijn contribuere 'toevoegen, bijdragen', van com- 'samen' en tribuere 'toedelen, toekennen' (zoals ook in attribuut, distribueren), oorspr. '(de belasting) verdelen onder de stammen', een afleiding van het zn. tribus 'stam', zie tribunaal.
◆ contributie zn. 'bijdrage'. Mnl. waert ghemaect contributie zulcke als behoort 'werd een bijdrage naar behoren betaald' [1431; Stall.], contribucie 'bijdrage' [1484; MNW heveninge]; vnnl. contributie [1536; WNT ridderschap]. Ontleend aan Frans contribution [1316] < Laatlatijn contribūtiō 'bijdrage'. ◆ contribuant zn. 'wie een bijdrage, contributie betaalt'. Vnnl. contribuanten (mv.) 'zij die bijdragen betalen' [1553; WNT uitwateren I].
Fries: kontribuearje
Gepubliceerd op 24-04-2024
contribueren
betekenis & definitie