Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Staatszorg voor de Pluimveehouderij

betekenis & definitie

Van rijkswege ontvangen de bedrijfspluimveehouders voorlichting van de Rijksvoorlichtingsdienst voor de Pluimveeteelt. Het Rijksinstituut voor Pluimveeteelt te Beekbergen is in het bijzonder belast met onderzoekingen op het gebied der pluimveehouderij, terwijl de Gezondheidsdienst voor Pluimvee, de Rijksseruminrichting te Rotterdam en het Instituut voor Parasitaire en Infectieziekten te Utrecht onderzoekingen doen ten behoeve van de bestrijding van pluimveeziekten.

De Veeartsenijkundige Dienst is belast met de uitvoering van de Pluimveewet van 1922 tot wering van besmettelijke pluimveeziekten.

Ten behoeve van de afzet van eieren zijn enige wettelijke maatregelen genomen, o.a. de Wet van 31 Mei 1929, welke voorschrijft, dat alle geïmporteerde eieren moeten zijn gestempeld met het land van herkomst; op grond van de Landbouwuitvoerwet is een kwaliteitscontrole op de geëxporteerde eieren gesteld. Deze controle wordt uitgeoefend door het Nederlands Eiercontrole Bureau. Op de kwaliteit van de eieren in het binnenland wordt controle uitgeoefend door de Keuringsdiensten voor Waren en het Nederlands Eiercontrole Bureau.

Om de kwaliteit van de Nederlandse pluimveestapel te behouden en te verbeteren is in 1933 een Teeltregeling voor de pluimveehouderij ingevoerd, waarvan de uitvoering is opgedragen aan het Bedrijfsschap voor Pluimvee en Eieren in De Bilt. De Teeltregeling maakt onderscheid tussen ‘erkende fokkers’, ‘houders van erkende vermeerderingsbedrijven’, ‘erkende kuikenbroeders’ en ‘pluimveehouders’.

De bedrijfspluimveehouders en de sportfokkers zijn in afzonderlijke verenigingen georganiseerd. De belangrijkste organisaties van de bedrijfspluimveehouders zijn de Nederlandse Pluimvee Federatie (N.P.F.), de Algemene Nederlandse Pluim veeteeltvereniging (A.N.P.V.) en de Vereniging van broederijen en pluimveefokbedrijven in Nederland (V.B.N.).

J. HOOGENDOORN
B. van Asperen Vervenne, Het selecteren van kippen, 1946; Het kunstmatig broeden en opfokken van kuikens, 1948.
W. A. Lippincott and L. E. Card, Poultry Production, 7de dr. 1946.
W. R. Ewing, Poultry Nutrition, 3de dr. 1947.
H. E. Biester and L. H. Schwarte, Diseases of Poultry, 2de dr. 1948.
P. J. Wijk, Bedrijfspluimveehouderij, 1948.

< >