De veelzijdigheid, een der meest karakteristieke eigenschappen van de Nederlandse tuinbouw, weerspiegelt zich in zijn organisatiewezen. Naast de organisaties, welke op het gebied van de teelt werkzaam zijn, zijn er ook, welke zich meer met de afzet der producten bezighouden: er zijn dus verenigingen en bonden van kwekers, maar ook van handelaren.
Een ander onderscheid is te maken tussen particuliere organisaties en organisaties met het karakter van een seim-overheidsinstelling. In het bijzonder zij daarbij gewezen op het Hoofdbedrijfschap voor Tuinbouwproducten en de daaronder ressorterende Bedrijfsschappen voor groenten en fruit, voor sierteeltproducten en voor tuinbouwzaden.Een specifieke tuinbouwvereniging is de Ned. Tuinbouwraad, oorspronkelijk een federatie van verenigingen als o.m. het Centraal Bureau der Tuinbouwveilingen, de Ver. *Groep Bloemisterij' e.a. De Ned. Fruitteeltorganisatie, te beschouwen als een voortzetting der vroegere Ned. Pomologische Vereniging, omvat het grootste deel der fruittelers; andere belangrijke verenigingen zijn de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur, de Bond van Bloembollenhandelaren, de Bond van Boomkwekers, de Ver. van Boskoopse Culturen, de Bond van Plantenhandelaren enz.
Uit het verenigingsleven zijn in de loop der jaren enige instituten naar voren gekomen, welke grote bekendheid in de tuinbouw hebben verkregen, mede in verband met de belangrijkste taak, die zij vervullen. Wij noemen de Ned. Algemeene Keuringsdienst voor Groenteladen (N.A. K.G.), de Keuringsdienst voor Boomkweekerijgewassen (N.A.K.B.) en de Keuringsdienst voor Siergewassen (N.A.K.S.). In Wageningen is gevestigd het Instituut voor de Veredeling van Tuinbouwgewassen.
Een jonge instelling is de Raad voor het Kweekersrecht. Het doel dezer instelling is de bescherming van het kwekerseigendom. Wanneer iemand een nieuw ras in de handel wenst te brengen, dan kan hij dat ras, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, doen inschrijven in een rasregister; aan deze inschrijving ontleent hij zekere rechten en hij kan voordelen plukken van de arbeid, die moest worden verricht om een nieuw ras te kweken.
De uitvoer van verschillende tuinbouwproducten is onderworpen aan een kwaliteitscontrole door het Uitvoer Controle Bureau (U.C.B.), voortgekomen uit de kringen der exporteurs van groenten en fruit en het Centraal Bureau der Veilingen. Was aanvankelijk de controle facultatief, later werd deze voor verschillende producten verplicht gesteld krachtens de Landbouwuitvoerwet. Deze controle levert een belangrijke bijdrage tot de goede naam van de Nederlandse tuinbouw in het buitenland.
Het overzicht van het organisatiewezen is niet volledig zonder vermelding van de oudste tuinbouworganisatie, nl. de Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, welke zowel de beroepstuinbouwers als de liefhebbers in zich verenigt. Deze organisatie heeft zich ten doel gesteld, de belangen van de tuinbouw in de breedste zin des woords te behartigen, d.w.z. niet alleen door het verbeteren van de teelt, maar ook door het bevorderen van het onderwijs, de vergroting van de vakkennis, het opwekken van belangstelling voor de tuinbouw enz.
J. G. W. IGNATIUS
De Tuinbouwgids.