Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Gepubliceerd op 10-07-2019

Evolutie en involutie

betekenis & definitie

Deze verdere ontwikkeling, de groei van het individu, komt tot stand doordat de assimilatie in de cellen groter is dan de dissimilatie. Men kan bij deze groei Evolutie vijf tijdperken onderscheiden.

In het eerste, het zuigelingenjaar, is de groei relatief zeer sterk. In de speelperiode, van 1 tot 6 jaar, is hij weliswaar minder sterk, maar toch nog zo dat men van het eerste algemene groeitijdperk spreekt.

In de schoolperiode, van 6 tot 12 jaar, treedt een lichte remming van de algemene groei op: tijdperk van de verlangzaamde groei. Dan volgt de rijpingsperiode, van 12 tot 18 jaar bij de jongens, van 12 tot 16 jaar bij de meisjes, die als het tweede tijdperk van algemene groei wordt bestempeld.

Tenslotte volgt nog een periode van verlangzaamde groei tot ongeveer het 20ste jaar, waarmee de evolutie van het menselijke lichaam is voltooid.Zijn grootste lichamelijke kracht zou de mens omstreeks zijn 25ste jaar bezitten; zijn geestelijke hoogtepunt bereikt hij tussen 45 en 50 jaar.

Daarna begint (zeker lichamelijk) een geleidelijke teruggang: involutie. Er treden veranderingen in ongunstige zin op in alle weefsels. De spieren worden slapper, de elasticiteit van de vaatwanden enz. vermindert de botten worden broos; langzaam maar zeker komt het organisme in verval. Het einde hiervan is de fysiologische dood, die bij de mens echter zelden of nooit voorkomt, omdat hij voordien wel het slachtoffer van een of andere ziekte wordt.

J. JONGBLOED
J.F. Fulton, Howell's Textbook of Physiology, 15de dr.
1946.
E.Gley, Traité élémentaire de physiologie, 11 de dr.
1947.
J. Jongbloed, Overzicht van de Physiologie van den Mensch, 1946.
L. Landois, Lehrbuch der Physiologie, 24ste dr. 1943, bewerkt door R. Rosemann.
C. Lovatt Evans, Principles of Human Physiology, 9de dr. 1945.

< >