Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Gepubliceerd op 10-07-2019

De klieren met inwendige afscheiding (endocrine klieren)

betekenis & definitie

Deze klieren, die daardoor gekenmerkt zijn dat zij geen afvoerbuis bezitten en hun producten aan het bloed afstaan, zijn in de regel niet bijzonder grote lichaampjes en liggen door het lichaam verspreid. Soms liggen zij, in kleine delen verdeeld, verstrooid in een andere klier.

In het hoofdgebied liggen:a. de pijnappelklier, epifysis, glandula pinealis, is 8 mm lang, 2-6 mm breed en weegt 1/3 gram, is vastgehecht aan de achterwand van het dak van de derde hersenkamer. De klier is werkzaam tot het zevende levensjaar, daarna wordt het weefsel hoe langer hoe meer vervangen door kalkkristallen (hersenzand);

b. het hersenaanhangsel, hypofysis, glandula pituitaria (pituita = lett. slijm), heeft afmetingen van 14 bij 9 mm en weegt 0,6 g, is vastgehecht aan de bodem van de derde hersenkamer en ligt in het z.g. Turkse zadel van de schedel. Het voorste deel is afkomstig van het neuskeeldak, het achterste van de hersenen. De hypofysis is wel een van de allerbelangrijkste klieren met endocrine functie en scheidt tal van hormonen af.

In het halsgebied liggen:

c. de schildklier, glandula thyreoidea, zo geheten naar het schildkraakbeen van het strottenhoofd, is bij volwassenen de grootste endocrine klier en weegt 20-30 g. De schildklier bestaat uit een linker en rechter kwab die door een pinkdikke weefselstreng, de isthmus, verbonden zijn. De kwabben liggen in de hals terzijde van luchtpijp en slokdarm en reiken omhoog tot aan het schildkraakbeen van het strottenhoofd. De isthmus ligt voor de 2de of 3de kraakbeenring van de luchtpijp. De klier is bedekt door de voorste halsspieren. De schildklier is bekend door de ziekte van Basedow en de cretins, terwijl ieder weet, dat het jodiumgehalte van het drinkwater verband houdt met een goede schildklierfunctie;

d. de bij-schildklieren, glandulae para-thyreoideae, epitheellichaampjes. Het zijn tarwekorrelgrote lichaampjes, rechts en links twee, die tezamen 0,12 g wegen en tegen de achtervlakte van de schildklier liggen. Zonder deze orgaantjes is het leven niet mogelijk.

In het borstgebied bevindt zich:

e. de thymus, zwezerik, een orgaan dat omstreeks het 12de levensjaar zijn volle ontwikkeling bereikt en dan 40 g weegt, daarna wordt het weefsel geleidelijk door vetcellen vervangen. De klier bestaat uiteen tweetal platte kwabben, die de ruimte tussen het hartzakje en het borstbeen innemen en wel in het bovenste deel van de borstholte.

In het buikgebied liggen:

ƒ. de bijnieren, corpus suprarenalis. Elk der beide bijnieren ligt op de bovenpool van een nier en weegt 10-11 g. De vorm gelijkt enigszins op een kaboutermutsje. De klier bestaat uit schors en merg, die embryologisch, anatomisch en functioneel als afzonderlijke organen zijn op te vatten;

g. de eilandjes van Langerhans. Dit zijn een 200-tal 1/10-1/2 mm grote celgroepen, gelegen in de alvleesklier (pancreas), die het insuline (insula= eiland)afscheiden. De pancreas is dus een gemengd endocrine-exocrine klier.

In het bekkengebied liggen:

h. de geslachtsklieren. Zij produceren eicellen en zaadcellen en zijn daardoor dus te vergelijken met exocrine klieren. Maar zij produceren ook hormonen. Bij de man zouden de z.g. tussencellen hiervoor verantwoordelijk zijn. Dit zijn veelhoekige cellen, die tussen de testikelkanaaltjes gelegen zijn. Zij zijn 0,006-0,02 mm groot en werden in 1850 door Leydig ontdekt.

Bij de vrouw worden de hormonen geleverd door de wand van de follikel van De Graaf en door de gele lichamen die na de ovulatie uit de follikels ontstaan.

Wij eindigen de opsomming met er op te wijzen dat ook verschillende andere organen hormonen afscheiden: lever, placenta, hart enz. Er zijn echter geen anatomische structuren bekend die daarvoor verantwoordelijk zijn.

< >