Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 21-04-2022

whistle

betekenis & definitie

I. fluiten; whistle for, fluiten (om); you may whistle for it, je kunt er naar fluiten;

II. fluiten; whistle off, door fluiten het sein tot vertrek geven voor; whistle up, (iemand) fluiten om te komen;

III. 1. het fluiten, gefluit; 2. fluit(je); give a whistle, fluiten; pay for one’s whistle, iets te duur betalen, leergeld betalen.

< >