1. overdragen, overbrengen, overhevelen; overmaken, overschrijven, overboeken, gireren; ver-, overplaatsen, overdrukken, calqueren; transfer to, ook: overdragen aan, overschrijven op.
2. overdracht, overbrenging, overheveling; overschrijving [v. eigendom], overboeking, overmaking, remise; overplaatsing; ook: overgeplaatst militair; overstapkaartje; overdruk.