Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

subject

betekenis & definitie

I. 1. onderworpen; subject to, onderworpen aan; onderhevig aan, vatbaar voor; last hebbend van [duizelingen]; afhankelijk van; subject to the approval of..., behoudens de goedkeuring van...; subject to such

conditions as..., onder zodanige voorwaarden als...;

II. onderdaan; persoon, individu; cadaver [voor de snijkamer]; subject; onderwerp; (leer)vak; thema; voorwerp [van studie]; aanleiding, motief; a subject for..., een voorwerp van...; on the subject of..., ook: in zake..., over...

II. subject onderwerpen, blootstellen (aan to).

< >