I. steek; he had not a dry stitch on him, hij had geen droge draad aan zijn lijf; a stitch in time saves nine, voorzorg bespaart veel nazorg;
II. stikken; hechten; brocheren, (in)naaien; stitch up, dichtnaaien; hechten [een wond];
III. stikken.
Gepubliceerd op 07-04-2022
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: