Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

spill

betekenis & definitie

I. 1. spil, spijl; 2. fidibus.

II. storten, vergieten [bloed], morsen [melk]; omgooien [ook v. rijtuig], afwerpen[ruiter];

II. gemorst worden, overlopen;

III. 1. (stort)bui; 2. val, tuimeling; a spill of milk, wat gemorste melk; have a spill, van ’t paard geworpen worden, omvallen [met rijtuig].

< >