I. smakelijk maken, kruiden; zich laten smaken; genieten van, smaak vinden in; he did not relish it, ook: hij moest er niet veel van hebben;
II. relish of, smaken naar; iets (weg)hebben van;
III. smaak; (bij)smaakje; scheutje, tikje; aantrekkelijkheid; genoegen; Yorkshire relish, Yorkshire saus; it loses its relish, de aardigheid gaat er af.