Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

rein

betekenis & definitie

I. teugel, leidsel; draw rein, stilhouden; fig niet zo hard van stapel lopen; give rein (the reins), de vrije teugel geven; hold the reins (of government), de teugels van ’t bewind voeren; let the reins loose, de teugels laten glippen;

II. inhouden, intomen, beteugelen, breidelen, (ook; rein in, rein up).

< >