Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

quit

betekenis & definitie

I. vrij; quit of the trouble, van de soesah ontslagen (af);

II. de woning ruimen; (Am) heen-, weggaan, er vandoor gaan; ('t) opgeven, ophouden, uitscheiden;

III. verlaten; laten varen; loslaten; overlaten; (Am) ophouden (uitscheiden) met; kwijten; vereffenen; vergelden;

IV. V.T. & V.D. van quit.

< >