I. 't voorhoofd fronsen; stuurs (nors, dreigend) kijken; frown at (on, upon), met geen goed oog aanzien; afkeuren;
II. in: frown one down, de ogen doen neerslaan; het zwijgen opleggen = frown one into silence;
III. frons; stuurse (norse, dreigende) blik; afkeuring.