Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

frown

betekenis & definitie

I. 't voorhoofd fronsen; stuurs (nors, dreigend) kijken; frown at (on, upon), met geen goed oog aanzien; afkeuren;

II. in: frown one down, de ogen doen neerslaan; het zwijgen opleggen = frown one into silence;

III. frons; stuurse (norse, dreigende) blik; afkeuring.

< >