Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

father

betekenis & definitie

I. vader;

II. pater; Father Christmas, 't Kerstmannetje; the Fathers (of the Church), de Kerkvaders; fathers of the city, city fathers, vroede vaderen; father of the House, Nestor v. d. Kamer;

III. vader zijn van, een vader zijn voor; (als kind) aannemen; zich de maker, schrijver & van iets verklaren; father (up)on, toeschrijven aan, in de schoenen schuiven.

< >