I keus, verkiezing, (voorkeur; bloem (het beste van); Hobson's choice, waarbij men te kiezen of te delen heeft; at choice, naar verkiezing; by (for) choice, bij voorkeur; from choice, uit eigen verkiezing;
of choice, bij voorkeur; make one’s choice, een keus doen; take your choice, kies maar uit;
II uitgelezen, uitgezocht, fijn, keurig.