I koud, kil, koel;
II kilte, kilheid, koude, koelheid2; koude rilling;
III koud maken; afkoelen; laten bevriezen [vlees]; bekoelen;
IV koud worden.
Gepubliceerd op 14-02-2022
betekenis & definitie
I koud, kil, koel;
II kilte, kilheid, koude, koelheid2; koude rilling;
III koud maken; afkoelen; laten bevriezen [vlees]; bekoelen;
IV koud worden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: