Er leven in de Zeeuwse wateren verschillende soorten zandkokerwormen. Dit zijn alle borstelwormen, die een koker bouwen, bestaande uit aan elkaar gekitte zandkorrels.
Op het strand spoelen regelmatig zeer grote hoeveelheden kokers aan van het goudkammetje, soms met de levende dieren er nog in. De kokers zijn ca. 5 cm lang, lopen enigszins taps toe en zijn opgebouwd uit zeer glad aaneengekitte zandkorrels.De wetenschappelijke naam van deze wormen is in bijna alle gevallen Pectindria koréni. Een andere zeer algemene zandkokerworm is Ldnice conchüega of schelpkokerworm. Deze vormt een enigszins buigzame koker uit slordig aaneengekitte zandkorrels en vaak ook schelpfragmenten. Deze soort komt ook in de laaggelegen slikken voor. Zeer algemeen in het strand zelf en in zandige slikken is de kleine soort Pygóspio élegans. Deze bouwt 1 a 2 cm lange kokertjes die vaak in bosjes uit het strand steken.
De hierin levende minuscule borstelwormpjes zeven tijdens de vloed hun voedsel uit het water. De kokertjes spoelen vaak in zeer grote aantallen aan.