Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

ZACHARIASPOLDERS

betekenis & definitie

(1e, 2e en 3e gedeelte). Poldergebied in de gemeente → Oostburg en de voormalige gemeente IJzendijke; opgenomen in het → Waterschap Het Vrije van Sluis.

De polders zijn genoemd naar mr. Zacharias Paspoort, in 1691 penningmeester van de Helenapolder.Zachariaspolder 1e ged.

Opp. ca. 229 ha; hoogte 1,5 tot 1,8 m + N.A.P.; deel van de hoofdafwateringsgebieden Nol Zeven en Nummer Een (→ Hoofdplaatpolder). Gelegen ten noorden van IJzendijke, waarvan bebouwing in de polder ligt (o.a. zwembad, sportpark). De Groote Put, achter de gedeeltelijk verdwenen scheidingsdijk met de Zachariaspolder 2e ged., is een → weel (restant dijkdoorbraak). De scheiding met de → Manteaupolder is een watergang. De polder kwam in 1740 tot stand ten noorden van de in 1701 gelegde afdamming van het → Jonkvrouwengat bij IJzendijke. De bedijking ontstond door het doortrekken van de Manteaudijk ten noorden van het Manteaupoldertjenaarde St.-Pieterspolder.

De totstandkoming van de Zachariaspolder le gedeelte betekende het einde van de scheepvaart aan de noordzijde van IJzendijke. Tot 1788 zou via de → Passageule nog een andere toegang tot de IJzendijkse haven bestaan; nadien was de plaats voor schepen onbereikbaar. Op het gebied van het le gedeelte, of van de aangrenzende Ameliapolder, heeft het oude IJzendijke gelegen.

Het 1e en het 2e gedeelte werden ook wel tezamen Groote Zacharias genoemd, en het 3e gedeelte Jonge Zacharias, hoewel le en 2e gedeelte tezamen ook wel genoemd werden ‘den Jongen Zachariaspolder’. Zachariaspolder 2e ged. Opp. ca. 89 ha; hoogte 1,3 tot 1,8 m + N.A.P.; deel van het hoofdafwateringsgebied Nummer Een. In 1774 bedijkt ten noordoosten van het le ged. Zachariaspolder 3e ged. Opp. ca. 30 ha; deel van het hoofdafwateringsgebied Nol Zeven. In 1776 bedijkt ten oosten van het 2e gedeelte; vormt één geheel met de → Wilhelminapolder (3) (zie aldaar).

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Roos, Woordenboek. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.

< >