Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

ZAADTEELT

betekenis & definitie

Deze teelt omvat bloemzaden, groentezaden, landbouwzaden (→ Kapelle) en in mindere mate kruidenzaden. De bakermat ligt in West-Friesland, van waaruit firma’s zaden lieten vermeerderen in Zuidwest Nederland vanwege het daar gunstige klimaat.

Bloemzaden vindt men vooral aan de westkant van Tholen, groentezaadteelt op Walcheren en West Zeeuws-Vlaanderen.

Na een sterke uitbreiding tijdens de Tweede wereldoorlog gingen veel firma’s er in de jaren 1950-’60 toe over de teelten in zuidelijker gebieden met goedkope arbeidskrachten onder te brengen. Na 1970 kwam er tijdelijk weer opleving, o.a. vanwege betere controle; de tabel illustreert het verloop.

jaar ha aantal gem opp.

bedr. per bedr.

1912 3
1940 419
1946 1812
1973 321 168 1,2 ha
1975 575 336 1,5 ha
1977 519 306 1,7 ha
1978 591 339 1,7 ha
1979 448 281 1,6 ha

In 1977 werden in Zuidwest Nederland 75 soorten bloemzaden, 20 soorten groentezaden en 15 soorten kruidenzaden geteelt. Bij de bloemgewassen is de teelt van violen belangrijk; daarnaast dienen genoemd leeuwebek, vergeet-mij-niet, ridderspoor, scheefbloem en phlox. Bij de groentezaden; koolsoorten, worteltjes, radijs, spinazie en erwten. Teelten zoals ui, witlof en stamslabonen zijn belangrijk geweest, maar verplaatst naar elders.

LITERATUUR

Bayense. Vergeten bedrijfstak.

< >