(Hydrocótyle vulgdris). Overblijvende plant van vochtige zandbodems. Komt vooral voor in venen en op heideen duingrond.
In Zeeland plaatselijk in vochtige delen der duinen, voorts op zandplaten in de Grevelingen, het Veerse Meer en de Braakman en in het Zeeuws-Vlaamse zandgebied. In het polderland slechts incidenteel voorkomend.