Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

VRIJE POLDER

betekenis & definitie

1. (noordelijk en zuidelijk deel; Vrije Polder benoorden de Linie en bezuiden de Linie). Poldergebied in de gemeente → Oostburg; opgenomen in het → Waterschap Het Vrije van Sluis; noordelijk en zuidelijk deel van elkaar gescheiden door de → Nieuwe Passageulepolder.

De oorspronkelijke Vrije(n)polder werd in 1535 in de → Zuudzee bedijkt en was gelegen tussen de → Passageulepolder en de Oudemanspolder (→ Groote Oudemanspolder). De opp. bedroeg 433 gemeten, waarvan 378 gemeten bruikbaar land. De gehele polder lag binnen de oude parochieOostmanskerke. Nainvloeiing aan het eind der 16e eeuw volgde definitieve herdijking in 1650 en 1711.



Noordelijk deel


opp.ca. 105 ha; hoogte ca. 1,3 m + N.A.P.; deel van het hoofdafwateringsgebied Nol Zeven (→ Hoofdplaatpolder). Bedijkt 1650 als deel van de → Generale Prins Willemspolder le gedeelte. De grens met de → Oude Passageulepolder noordelijk deel wordt gevormd door de weg Waterlandkerkje-Stroopuit (op de topografische kaart verkeerd aangegeven). In de Vrije Polder noordelijk deel liggen → Turkeije en → Waterlandkerkje (ged.). Het noordelijk deel overstroomde bij de vloed van 26 jan. 1682 en behoorde tot de voormalige gemeente Waterlandkerkje.



Zuidelijk deel

opp. ca. 70 ha; hoogte ca. l,7m + N. A.P.; eveneens deel van het hoofdafwateringsgebied Nol Zeven. De scheidingsdijken zijn ged. verdwenen. De grens met de → Kleine Oudemanspolder wordt deels gevormd door een watergang. Het zuidelijk deel werd begin 17e eeuw onder de bedijking van het → Eiland of de → Generale Vrije Polder begrepen, doch overstroomde nadien meermalen. In 1711 werd het tegen de Brandkreekpolder herdijkt. Het heeft behoord tot het waterschap Eiland en Brandkreek (→ Brandkreekpolder) en tot de voormalige gemeente IJzendijke.

2. Voormalige polder van Zuid-Beveland, gelegen aan weerszijden van de Lavendeldijk (→ Kruiningenpolder/→ Oud-Krabbendijkepolder). De polder werd bedijkt tussen 1264 en 1269; de oppervlakte bedroeg ca. 65 gemeten. Zijn naam dankt hij aan de schotvrijheid die de ingelanden genoten. Hij werd ook Polder achter Moerdamme genoemd. Na de inundaties van 1530/1532 werd dwars door de polder de Lavendeldijk gelegd. Een straatnaam in het aan weerszijden van die dijk ontstane → Oostdijk herinnert nog aan de polder.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Gottschalk, Historische geografie II. Roos, Woordenboek. C. Dekker, ZuidBeveland.

< >