Familie van kleine zangvogels, die in Afrika overwinteren. In Zeeland komen enkele soorten voor.
De grauwe vliegenvanger (Muscicapastriata) is in Zeeland een weinig talrijke broedvogel (150200 paar), over de hele provincie verspreid. Broedt o.a. in boomholten, klimop en nestkasten, in bossen, tuinen, parken en boomgaarden. De bonte vliegenvanger (Ficedüla hypoleüca) heeft zijn broedgebied in Nederland deze eeuw sterk uitgebreid in westelijke richting. De eerste broedgevallen in Zeeland werden vastgesteld in 1959 te Aardenburg en in 1960 op het Groot Eiland bij Hulst. De laatste jaren zijn ook broedgevallen bekend van Schouwen en Walcheren. Verder is deze soort een regelmatige doortrekker in voor- en najaar. De withals vliegenvanger (F. albicóllis) en de kleine vliegenvanger (F. pdrva) zijn zeldzame dwaalgasten.