(Tolseynde, Totelsende, Tholsende). Voormalige parochie en polders (Tolsende-binnen en Tolsende-buiten) in het Verdronken Land van Zuid-Beveland, ten noordoosten van Kruiningen en ten zuidoosten van Yerseke.
Het dorp ontstond in een 12e-eeuwse bedijking ten oosten van de Yersekekreek in Oostelijk Zuid-Beveland. De parochie Tolsende wordt het eerst vermeld op de tiendlijst van 1275/80; de kerk stond aan de oostelijke dijk van de polder, die in de 14e eeuw Tolsende-binnen ging heten, omdat toen in een inham van de Schelde de polder Tolsende-buiten werd bedijkt (voor het eerst genoemd in de 14e-eeuwse grafelijkheidsrekening; ca. 475 gemet groot), oostelijk van Tolsende (-binnen). Tolsende-buiten werd ook wel de Polder genoemd. Binnen deze Polder stond een kapel, de Ramskapel (voor het eerst genoemd in 1405), die aanleiding gaf tot het ontstaan van het dorpje → Kapeldorp (voor het eerst genoemd in 1495). In de kapel waren vicarieën gesticht ter ere van de H. Maagd en St.-Quirinus.
In 1439 behoorde Tolsende tot de ‘verloren ambachten’; dat waren die ambachten waarop de ambachtsheren geen prijs meer stelden en die in de grafelijke rekeningen vermeld bleven op naam van de laatste ambachtsheer. In de 14e en 15e eeuw maakten Tolsende-binnen en -buiten, samen 1619 gemet, deel uit van het waterschap Beoosten Yerseke, uitwaterend door de sluis van Duvenee in de Voornoutsee. Bij de ordonnantie van Maximiliaan van Oosterijk in 1509 viel Tolsende in het 7e kavel voor de verdeling van de dijklasten van de ringdijk om Zuid-Beveland, op te brengen door de geërfden (ambachtsheren en abdij van Ter Doest). Tolsende verdronk bij de vloeden van 1530-1532. In 1656 en 1669 zijn kleine delen van het vroegere Tolsende herdijkt en gevoegd bij Kruiningen en Yerseke, later behoorden beide delen tot Yerseke. Het wapen komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696).LITERATUUR
C. Dekker, Zuid-Beveland. Van Empel en Pieters. Zeeland. Grijpink, Register op de parochiën. S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom. Post, Eigen kerken.