1. Polder in de gemeenten → Borsele (grotendeels) en → Goes; opgenomen in → Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland, thans → Waterschap Noorden Zuid-Beveland; opp. ca. 77 ha; hoogte gemiddeld 1,0 m + N.A.P.; behoort tot het afwateringsgebied van het gemaal Maelstede in de → Heer Janszpolder.
Vóór 1450 werd hij ten noorden van de → Noordlandpolder bedijkt in een zuidelijke Schengetak. Hij dankt zijn naam aan een schapestelle op de schorren, die ook na die bedijking gehandhaafd bleef. De Stellepolder behoorde tot de heerli j kheid en de voormalige gemeente → Heinkenszand en maakte tot 1959 deel uit van het waterschap ’s-Heer Arendskerke (’s-→ Heer Arendskerkepolder).
2. Verloren polder aan de zuidwestzijde van het voormalige eiland → Wulpen (W.Z.V1.); o.a. voorkomend op een kaart uit 1571.
LITERATUUR
Gottschalk, Historische geografie U. Roos, Woordenboek. Wilderom, Tussen afsluitdammen III. J.P.B. Zuurdeeg, Brede Watering, ’s-Heer-Arendskerke.